Artificial Intelligence

Kunstmatige intelligentie is wat men de laatste tijd “Machine Learning” noemt. En hoewel het een proces is waar we al eerder van hebben gehoord, is er nog veel meer aan de hand. AI, zoals we kunstmatige intelligentie vaak noemen, is een proces van netwerken van codering die zichzelf aanleren. Dit leidt tot oplossingen en mogelijkheden die niet langer gebonden zijn aan de grenzen van de rekenkracht van de mens.

AI kan leren hoe je realistische en nooit eerder vertoonde beelden maakt. AI kan de netwerken van onze telecommunicatie uitwerken en problemen oplossen voordat er mensen aan te pas komen. AI kan onze spelletjes leren en ze beter spelen dan wij ooit hebben gedaan. Foto’s op het internet identificeren. Telefoongesprekken vertalen. En nauwkeurig unieke vragen beantwoorden met unieke antwoorden. En snel de enorme hoeveelheid berekeningen uitvoeren die wetenschappers moeten doen om de kleinste en grootste delen van ons universum te modelleren. Met de kracht van machines die nu kunnen leren, hebben we een kans om onze innovaties exponentieel vooruit te helpen.

Machine Learning wordt steeds meer een betere beschrijving van dit proces, omdat het de kern weergeeft van wat er gebeurt. Vandaag leren machines. Dit betekent niet dat ze een intelligentie hebben die het menselijk bewustzijn evenaart. Het betekent dat software informatie kan verzamelen en reorganiseren die het verder helpt om informatie te verzamelen en te reorganiseren. In wezen leert het, en het is een machine.
De eerste vraag die bij de meeste mensen opkomt is of dit de mens zal vervangen als degene die bepaalde taken uitvoert. En het antwoord is in veel gevallen ja. Maar er is een andere, belangrijkere vraag, namelijk welke nieuwe taken essentieel zullen worden voor de mens. Het zal andersom gaan, de voorhoede zal niet zijn welke mensen belangrijk zijn voor taken, maar eerder welke taken belangrijk zijn voor mensen.
En we hebben al een wereld met AI die onze kleinste behoeften opjaagt. Het zit in onze telefoons. Het zit in onze games. Het zit in onze auto’s. En in de programma’s van onze wetenschappelijke leiders, die de ontdekkingen doen die onze gezondheid en de toekomst van de mensheid bepalen.